Minder bekende Gouden Schoen-winnaars

Op de lijst van winnaars van de Europese Gouden Schoen staan bekende namen als Messi, Cristiano Ronaldo, Ronaldo (de Braziliaan met het buikje), Luis Suárez, Totti, Thierry Henry, Eusébio, Marco van Basten, Hugo Sánchez, Hristo Stoichkov, Ian Rush en Gerd Müller. Maar omdat doelpunten in de beginjaren van de prijs even zwaar werden meegeteld, ongeacht in welke competitie ze werden gescoord, hebben sommige winnaars niet dezelfde plek in de voetbalgeschiedenis gekregen als de bovenstaande grootheden. Daarom werpen we hier een korte blik op de carrières van een aantal winnaars van de Gouden Schoen die bij het grote publiek nauwelijks bekend zijn.

Europese Gouden Schoen tentoongesteld
©

De regels

Zoals je wellicht weet, wordt de Europese Gouden Schoen uitgereikt aan de speler die in één seizoen de meeste doelpunten maakt in een Europese competitie. De prijs bestaat sinds het seizoen 1967/68, maar in tegenstelling tot nu maakte het toen niet uit in welke competitie die doelpunten werden gescoord. Daardoor was het veel gebruikelijker dat spelers uit kleinere voetballanden de prijs wonnen. Sinds 1997 worden doelpunten in de sterkere competities (volgens de UEFA-ranking) zwaarder meegeteld - elke goal in een topcompetitie levert 2 punten op. Sindsdien zien we vooral winnaars uit de grote competities van Europa (Spanje, Italië, Engeland en Duitsland), met af en toe een uitzondering.

Petar Zhekov

We beginnen met een van de meest opvallende doelpuntenmakers die Bulgarije ooit heeft gehad: Petar Zhekov. Hij genoot wellicht weinig internationale bekendheid omdat hij zijn hele loopbaan in eigen land speelde. Opmerkelijk genoeg begon hij als verdediger bij Dimitrovgrad, totdat een coach hem aanraadde om zich als spits te ontwikkelen. Dat leidde tot een transfer naar Beroe Stara Zagora, waar hij twee keer topscorer van Bulgarije werd. In 1968 tekende hij bij CSKA Sofia. In zijn eerste seizoen daar maakte hij 36 doelpunten, waarmee hij de Gouden Schoen won. Hij beëindigde zijn loopbaan bij de club uit Sofia, waar hij clubtopscorer aller tijden werd en vijf landstitels, vier bekers en vier keer de topscorerstitel op zijn naam schreef.

Dudu Georgescu

De Roemeen Dudu Georgescu begon zijn profcarrière bij Progresul Boekarest en daarna bij CSM Resita. Net als bij Zhekov begon hij bij zijn eerste club tijdelijk als verdediger, maar zijn echte positie was altijd spits. In 1973 tekende hij bij Dinamo Boekarest, waar hij tien succesvolle seizoenen beleefde. Hij won vier landstitels en de Roemeense beker. In het seizoen 1974/75 scoorde hij 33 keer, goed voor zijn eerste Gouden Schoen. In 1976/77 deed hij daar nog een schepje bovenop met 47 doelpunten, waarmee hij de prijs opnieuw won - en jarenlang recordhouder bleef, totdat Messi dat record in 2011 verbrak. Na zijn periode bij Dinamo speelde hij nog voor kleinere clubs in Roemenië, maar zonder hetzelfde scorende effect.

Sotiris Kaiafas

De Cyprioot Sotiris Kaiafas, afkomstig uit de regio Nicosia, kwam op 16-jarige leeftijd bij Omonia terecht - de club zou de rest van zijn leven een centrale rol spelen. Op zijn achttiende maakte hij zijn profdebuut, waarmee hij een succesvolle carrière begon waarin hij het Cypriotische voetbal domineerde. In het seizoen 1975/76 scoorde hij 39 doelpunten en won hij de Gouden Schoen. Toen Turkije in 1979 Cyprus binnenviel, moest hij voor een jaar vluchten naar Zuid-Afrika, maar hij keerde terug en speelde verder voor Omonia. Na 17 jaar beëindigde hij zijn loopbaan bij de club met in totaal 11 landstitels, zes bekeroverwinningen en meerdere topscorerstitels.

Kees Kist

De Nederlander Kees Kist begon zijn jeugdcarrière bij VV Steenwijk in zijn geboorteplaats, maar speelde later voor Heerenveen, waar hij nauwelijks aan de bak kwam. Daarna verhuisde hij naar AZ '67 (nu AZ Alkmaar), waar hij tien jaar lang uitgroeide tot een gevreesde goalgetter. Hij leidde de club in 1981 naar zijn eerste landstitel. Zijn Gouden Schoen won hij echter een paar seizoenen eerder, in 1978/79, toen hij 34 doelpunten maakte. In 1982 verhuisde hij naar Frankrijk, waar hij een paar seizoenen speelde voor eerst PSG en daarna Mulhouse. Hij deed het er prima, maar bereikte niet het niveau van zijn AZ-tijd. In 1984 keerde hij terug naar Alkmaar, en grappig genoeg sloot hij zijn carrière af bij Heerenveen - de club waar hij ooit vertrok omdat hij geen kansen kreeg.

Erwin Vandenbergh

We blijven in de buurt en gaan naar België, waar Erwin Vandenbergh al op jonge leeftijd opviel bij het lokale Ramsel. Hij trok daarmee de aandacht van grote Belgische clubs, maar koos uiteindelijk voor zijn favoriete club: Lierse SK. In het seizoen 1979/80 scoorde hij 39 doelpunten, goed voor de Europese Gouden Schoen. Twee jaar later stapte hij over naar Anderlecht, waar hij zijn scorende kwaliteiten bleef tonen én prijzen begon te winnen - iets wat hem bij Lierse niet lukte. Met de Brusselse topclub won hij zes binnenlandse titels en de UEFA Cup van 1982/83. In 1986 trok hij naar het Franse Lille, waar hij vier seizoenen veel scoorde, maar nooit meer zo veel als in België. In 1990 keerde hij terug naar België, waar hij nog voor Gent en Molenbeek speelde voordat hij zijn schoenen aan de haak hing.

Georgi Slavkov

We begonnen de lijst met een Bulgaar en eindigen met nog een: Georgi Slavkov. Hij was een uitstekende spits die zijn profcarrière begon bij Trakia Plovdiv (nu Botev Plovdiv), waar hij zes seizoenen speelde. Tijdens die periode werd hij ook kort uitgeleend aan CSKA Sofia, waar hij een goede indruk achterliet. In het seizoen 1980/81 scoorde hij 31 doelpunten voor Plovdiv, waarmee hij de Gouden Schoen won. Een jaar later tekende hij bij CSKA Sofia, waar hij vier seizoenen bleef. Daarna probeerde hij zijn geluk in het buitenland, eerst bij Saint-Étienne in Frankrijk en later bij Chaves in Portugal. Uiteindelijk keerde hij terug naar Bulgarije om zijn carrière af te sluiten bij Plovdiv.